In de Corycian Cave (nu Cennet ve Cehennem), 20 stadions binnenland, zegt Strabo, de beste Crocus (saffraan) groeit. Hij beschrijft deze grot als een groot hol, met een ronde vorm, omgeven door een marge van rock, van alle zijden van een aanzienlijke hoogte; op afnemende in deze holte, de grond is vastgesteld dat zij ongelijk en rotsachtige het algemeen, en het is gevuld met struiken, zowel groenblijvende en geteeld; in sommige delen van de saffraan wordt geteeld: er is ook een grot hier die een grote bron, die giet maar door een rivier van zuivere, pellucid water, maar het onmiddellijk putten in de aarde, en ondergrondse stromen in de zee: ze noemen het de Bitter Water. Mela heeft een lange beschrijving van de zelfde plaats blijkbaar uit dezelfde autoriteit die Strabo gevolgd, maar verder verfraaid. Deze plaats is waarschijnlijk op de top van de berg boven Corycus. Deze plaats is beroemd in de Griekse mythologie. Het is de Cilician grot van Pindarus (Pyth. i. 31), en van Aeschylus (Prom. Vinct. 350), en het bed van de reus Typhon of Typhoeus. (Mela, i. 13.)